1939-1950: Johannes Cornelis Kolff (CBB XVIn3)

familie kolff
Bericht van de gebeurtenissen, welke hebben geleid tot het overlijden van Johannes Cornelis Kolff te Ulsen in Duitsland in April 1944.

 

Hans Kolff, geboren 18 November 1920, studeerde sedert 1937 voor Civiel Ingenieur aan de Technische Hogeschool te Delft, welke studie tot December 1942 een normaal verloop had. In deze maand valt de eerste dreiging door de Duitse bezettingsautoriteiten met “Arbeitseinsatz” voor studenten welke echter niet wordt doorgezet.

Na de moord op de pro-Duitse Nederlandse generaal Seyffardt in februari 1943, welke aan studenten wordt verweten, volgt in Delft een overval op collegezalen. Bij een poging om een, bij zijn weten, nog niet overvallen T.H. Gebouw te waarschuwen, wordt hij gearresteerd. Hij weet echter met enkele anderen in de kelder van het gebouw te ontsnappen en daardoor wegvoering naar Vught te voorkomen. Eind Februari 1943 besluit hij na een nieuwe razzia op studenten om onder te duiken en hij werkt daarna enige maanden als arbeider op de scheepswerf van J. & K. Smit te Alblasserdam. In April 1943 wordt het standrecht van kracht verklaard op studenten, die zich niet voor werk in Duitsland melden en tevens op hun ouders en op hen, die studenten onderdak verlenen. Niet wetend in hoeverre hieraan uitvoering kan worden gegeven, besluit het gros van de studenten zich onder druk van de omstandigheden te melden en wordt Hans met vele anderen via het doorgangskamp Ommen naar Duitsland afgevoerd. Aanvankelijk wordt hij te werk gesteld bij de “Hannomag” te Hannover. Vervolgens werkt hij als landmeter bij de “Seismos”, eerst op de Lüneburger Heide en daarna bij Salven.

Het besef om voor de vijand te werken drukt vele studenten echter zwaar en wanneer blijkt, dat door het groeiend verzet de onderduikkansen in Holland goed zijn, trachten velen door ontsnapping naar het vaderland terug te keren. Tesamen met iemand, die reeds enige mislukte pogingen had ondernomen, aanvaardt hij op 26 Februari 1944 de reis naar de grens, naar Papenburg, zuidelijk van Embden en Leer, nabij de grens van de provincie Groningen. Tengevolge van de vele vertragingen in het treinverkeer missen zij daar de aansluiting met de contactmensen. Wel doet zich de mogelijkheid voor, voor één man. Hans laat zijn metgezel gaan, terwijl hijzelf een latere gelegenheid, nabij de grens, zal afwachten. Zijn verblijf trekt echter de aandacht; hij wordt opnieuw gearresteerd en opgesloten in Lager 21 bij Watenstedt in Brunswijk. Na drie weken wordt hij uit dit kamp ontslagen, zeer verzwakt door een aldaar opgelopen dysenterie. Na zijn terugkeer bij de “Seismos”, welke inmiddels naar Ulsen is verhuisd, krijgt hij longontsteking en hij wordt in het hospitaal aldaar opgenomen. Ernstig verzwakt na de geleden ontberingen, overlijdt hij reeds een week na zijn opname op 18 April 1944.

Aanvankelijk werd Hans te Ulsen begraven. Op verzoek van de familie is zijn stoffelijk overschot in december 1951 naar Nederland overgebracht door bemiddeling van de Oorlogsgravenstichting en opnieuw bijgezet op het door deze stichting ingerichte Kerkhof te Loenen op de Veluwe. Met een goed gelijkend portret willen wij de herinnering aan Hans bewaren.

C.K